Uitleg over de Annunaki en de Nephilim


Annunaki. Verdorven afstammelingen van de dochters en zonen van God, de kinderen van Adam en de Vrouw.

Nephilim. Voortbrengsels van de verdorven ‘zonen van de Annunaki’, die gemeenschap hadden met ‘de dochters van de hybride mensen; nakomelingen van Adam en het wijfje van de voormenselijke soort Eva’. De Reuzen staan genoemd in de Bijbel.


De Nephilim volgens de openbaringen aan Don Guido Bortoluzzi

In het licht van de openbaringen die Don Guido Bortoluzzi mocht ontvangen, krijgt de mysterieuze vermelding van de Nephilim in Genesis 6, vers 4, een diepere en meer verhelderende betekenis. Waar de traditionele exegese hen veelal aanduidt als “reuzen”, blijkt uit deze goddelijke inzichten dat het in wezen gaat om een afstammingslijn die voortkomt uit een verboden vermenging tussen twee fundamenteel verschillende genealogische takken: enerzijds de genetisch zuivere zonen van God, anderzijds de dochters van de mensen, dat wil zeggen: de nakomelingen van Kaïn – de eerste hybride mens.

Belangrijk is hierbij het onderscheid dat met “zonen van God” niet meer de oorspronkelijke, volmaakt zuivere afstammelingen van Adam en de Vrouw worden bedoeld, maar latere generaties die reeds gedeeltelijk waren aangetast, maar nog sporen droegen van hun oorspronkelijke waardigheid. In moderne, alternatieve informatienetwerken worden zij weleens aangeduid als Annunaki – een term die verwijst naar hun vervallen, maar nog steeds overheersende natuur.


De oorsprong van de Nephilim

Volgens wat aan Don Guido geopenbaard werd, ontstond het geslacht van de Nephilim op het moment dat de zonen van God gemeenschap hadden met de dochters van de hybride mensen – met andere woorden: met vrouwen uit de lijn van Kaïn, voortgekomen uit de onwettige hybridisatie van Adam met een voormenselijk vrouwtje. Deze vermenging leidde tot een nieuw soort nageslacht, gekenmerkt door een verdergaande ontwrichting en verdorvenheid.

De Nephilim waren het resultaat van een vermenging die zowel genetische elementen van de zonen van God bevatte, als componenten van het hybride mensengeslacht. Het ging om wezens die noch volledig kinderen van God waren, noch volledig hybride mens, noch erfgenamen van Gods Geest: zij vormden een verderfelijke mengvorm, biologisch en geestelijk ontaard, voortgekomen uit verboden en grensoverschrijdende verbintenissen.


Annunaki

Hoewel Don Guido de term Annunaki zelf niet gebruikte, is deze aanduiding gangbaar op hedendaagse informatieplatformen om wezens te beschrijven die als “halfgoden” worden opgevoerd. Binnen de context van de openbaringen aan Don Guido kan men deze term toepassen op de zonen van God van latere generaties: wezens die niet meer volmaakt zuiver waren, maar nog herkenbaar als dragers van het oorspronkelijke zuiver geestelijk ontwerp. Zij bezaten nog fysieke superioriteit en morele restanten van hun oorsprong, maar waren reeds innerlijk aangetast door de besmetting die via de erfzonde in de menselijke lijn was doorgedrongen.

Het zijn geen “engelen” of “goden” zoals mythen suggereren, maar afstammelingen met een gedeeltelijk behouden oorsprong die definitief de weg insloegen naar moreel en genetisch verval.


Nephilim

De naam Nephilim is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord npl, wat “vallen” betekent. In het licht van de openbaringen aan Don Guido verwijst deze benaming niet naar een hemelse val, zoals sommige tradities stellen, maar naar een dubbele val: een biologische degeneratie en een geestelijke afdaling.

De Heilige Schrift vermeldt in Genesis 6, vers 4: “In die dagen – en ook daarna – waren (= kwamen) er reuzen (‘Nephilim’) op aarde, toen de zonen van God (‘Annunaki’) zich verenigden met de dochters van de mensen en dezen hun kinderen (dus de reeds genoemde Nephilim) baarden. Dat zijn de sterke mannen (en vrouwen) van vroeger, mannen (en vrouwen) van naam.”

Volgens Don Guido verwijst deze passage niet naar nobele of heldhaftige figuren, maar naar dominante en verwrongen wezens, die door hun fysieke kracht, dierlijke driften en morele losbandigheid uitmuntten in heerszucht en onderdrukking. Zij waren zelf vol tirannie, geweld en lijden – in de periode van vóór de zondvloed.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑