Dankzij God een nieuwe soort waarbij de uterus als incubator dient…
door Renza Giacobbi
Het BRUGGENHOOFD symboliseert het vrouwtje van om het even welke soort, die door goddelijke tussenkomst het eerste paar van een nieuwe soort ter wereld brengt. Dit vrouwtje ontvangt deze naam van de Heer omdat zij symbolisch als BRUGGENHOOFD kan worden gezien, waar de rest van de brug ontbreekt, een halve boog. Zij gelijkt daarom meer op een trampoline dan een brug omdat na de springplank er een leegte is, dat is het ontbreken van wat het natuurlijk gevolg van haar genetisch erfdeel hoort te zijn, en in plaats daarvan is er dankzij Gods creatieve werk het begin van een andere soort, die haar uterus als een incubator gebruikt. In de praktijk betekent dit dat vanuit het BRUGGENHOOFD zich een nieuwe autonome soort verwezenlijkt die geen chromosomale continuïteit bezit met de soort waaruit het is afgeleid. Met andere woorden: de individuen van de nieuwe soort hebben geen mogelijkheid om effectief met de soort te worden gekruist waaruit hun soort is voortgekomen, dat is de soort die tot het BRUGGENHOOFD behoort.
Samenvattend heerst er vanaf het BRUGGENHOOFD eenrichtingsverkeer langs een weg die geen terugkeer toelaat. Dit is de algemene regel van hoe God een nieuwe soort creëert. Een BRUG duidt gewoonlijk op de structuur die een overtocht toelaat van de ene oever naar de andere. In dit geval, of in de taal die de Heer gebruikt, is het een vrouwtje dat begiftigd is met een aantal chromosomen die een overtocht in beide richtingen permitteert, wat de mogelijkheid vertegenwoordigt om genen van de ene naar de andere soort over te brengen en vice versa. Deze brug, of het vrouwtje, die slechts bij uitzondering een schakel vormt tussen twee verschillende soorten, creëert een hybride populatie. In deze openbaring is de BRUG het specifieke vrouwtje dat de oorsprong van een kruising tussen twee soorten vertegenwoordigt, zoals dat van de voorzaten en die van de Zonen van God. In de natuur is het fenomeen van een kruising tussen verschillende soorten onmogelijk op basis van de definitie van een soort, die dit formuleert als “een groep individuen die genetisch geïsoleerd is”, wat er voor zorgt dat elke relatie buiten de groep onvruchtbaar of steriel is daar het om twee incompatibele groepen gaat. [Een kruising kan slechts vruchtbaar zijn indien verschillende groepen tot dezelfde soort behoren. Men kan bijvoorbeeld twee verschillende hondenrassen met elkaar kruisen, maar een kruising tussen een hond en een kat is onmogelijk.]
In deze openbaring (van Don Guido Bortoluzzi) worden wij daarom met een uitzonderlijk vrouwelijk individu geconfronteerd, het BRUGGENHOOFD genaamd, die in een unieke situatie de rol van BRUG op zich neemt, want bij uitzondering bezit zij de potentiële mogelijkheid om op grond van het aantal en de aard van haar chromosomen compatibel te zijn met individuen van twee verschillende soorten [de mensen alsook haar voorouders van de voorschepping]. Derhalve kan zij door beide worden bevrucht. Dit verklaart waarom dit symbool, dat hier de BRUG wordt genoemd, als naam wordt gebruikt voor dat vrouwelijk individu dat geboorte geeft en zal geven, zoals we later zullen zien, aan een hybride soort. Hierom concludeert Don Guido dat alleen het betreffende vrouwtje de noodzakelijke 47 chromosomen moet hebben gehad, die als intermediaire overgang diende tussen de voorvaderlijke soort en de soort van de Kinderen van God. In feite, zoals we later zullen zien, kon dit vrouwtje kinderen krijgen van zowel de voorouders die 48 chromosomen hadden en van de Mens die 46 chromosomen had.
Dit interfertiele vrouwtje was een door de Heer beschikte unieke uitzondering, die meer op een menselijke vrouw geleek dan op haar zusters, om waarschijnlijk op deze manier voor de eerste mens een intelligentere verzorgster te zijn die dichter bij de kenmerken van de menselijke soort stond; een vaderlijke attentie van God. Door haar bijzondere functie had dit vrouwtje van de mens moeten worden verwijderd na haar functie te hebben vervuld als hoofd van een brug, opdat de mens niet in de gelegenheid zou worden gebracht om via haar en langs natuurlijke weg hybriden te creëren. Maar helaas heeft juist dat plaatsgevonden als gevolg van de ongehoorzaamheid van de Jonge Man (Adam), zodat zij in feite een brug werd tussen twee soorten, de hybride soort en de nieuwe mens (i.p.v. alleen maar bruggenhoofd).
Noot bij § 96 van de Genesis Uitgave (2007) van de geschriften van Don Guido Bortoluzzi / https://restkerk.files.wordpress.com/2020/02/het-nu-komende-vrederijk-hubert-luns.pdf blz. 119 – 120